“‘Met Willeke van Ammelrooy haalde ik de voorpagina van de Telegraaf”
“In 1977 kwam ik voor het eerst bij de On-Ganse verkleed en sprekend als een Belg. Ik ging er heen samen met en op aandringen van mijn buurman Paul Puttiger, ook een Brabander die op een later tijdstip ook prins bij de On-Ganse is geweest. We hebben ontstellend veel schik gehad. Hij vertelde steeds moppen over die gierige, uitkijker ge Hollanders. Door toedoen van Paul werd ik lid van de senaat der On-Ganse.
Wij verhuisden naar Lathum eind 1978. In 1979 woonden we nog in een stacaravan, geplaatst voor mijn boerderij. De boerderij, bij aankoop rijp voor de sloop, werd grondig verbouwd. Op de Prinsenkeuzeavond 13-1-’79 was ik thuis al uitgevroren. In de caravan was het -20’C, nadat de inhoud van mijn butagas bevroren was. We zijn gevlucht naar onze voormalige buurman Paul Puttiger en hebben daar 3 maanden gebivakkeerd. Rondom caravan en boerderij lag de sneeuw 1 m. – 1.50 m, hoog opgewaaid. De caravandeur hebben we bij ons vertrek niet eens dicht kunnen krijgen als gevolg van de sneeuw/vorst/kou”.
Prins Hans proclameert:
“Ik heb vanaf het begin op het toneel aan de verzamelde menigte verklaard dat ze met mij, een rasechte Brabander en een carnavalist door erfelijkheid de beste Prins hadden binnengehaald die ze ooit gehad hadden danwel zouden krijgen en dat ze me maar eens gauw moesten toejuichen.”
Traditie is dat de Prins een foto laat maken in briefkaartvorm die hij uitdeelt aan bewonderaars. “Voor ik als Prins geïnstalleerd was kreeg ik al kritiek omdat de prinsenmuts op de foto achter op m’n hoofd stond en ik er ook niet al te nuchter bijstond. Het antwoord was simpel. Uitgenodigd bij de hoffotograaf thuis hadden we eerst enkele zeldzaam goede flessen wijn onderzocht op drinkbaarheid en houdbaarheid. Daarna het Prinsenpak aangetrokken en even de foto geflitst”.
Hans werd laat gevraagd Prins te willen worden. “Ze moeten lang geaarzeld hebben” zegt hij. “Het pak ben ik gaan passen onder de kerstboom bij Geert van Gessel, mijn voorganger, enkele weken voor de prinsenkeuzeavond. Onze hofnar Koos kwam me op toneel direct na m’n onthulling als Prins, een schaal warme oliebollen aanbieden. Heerlijk.
Van het Prinsendiner herinner ik me erg goed de toespraak van onze toenmalige vorst, nu Grootvorst, die mij zei dat de On-Ganse in gevaarlijk vaarwater was terechtgekomen. De pioniersfase van de vereniging was achter de rug. Stabilisatie, consolideren en rustig uitbouwen was nu aan de orde. Het leiderschap was daar niet op afgestemd. Hij heeft erg veel gelijk gehad. Enkele jaren later moest door een omwenteling in de leiding van de club de On-Ganse boven water gehouden worden. De zaak is nu redelijk goed op poten gezet”.
Met onze vereniging zijn we op bezoek geweest bij collega’s in Oberhausen. Met mijn protocolbewaarder, adjudant en page kwamen we zeker een half uur te laat aan. De zitting was al lang begonnen en wij zaten als gast op het toneel. Onze Grootvorst met gevolg zat er al en keek niet vriendelijk. Ons verhaal was dat we achter een bus hadden aangereden waarvan we dachten dat daar onze mensen in zaten op weg naar Oberhausen. Het bleek mede door het bar slechte natte sneeuwweer dat we de verkeerde bus hadden gevolgd en in Winterswijk waren terechtgekomen. Zodoende”. Over het Carnavalsconcert vertelt Hans de derde:
“Het Carnavalsconcert was erg leuk. Marco Bakker zong. Na het concert voegde ook zijn (vrij kersverse) vriendin die diezelfde avond in de schouwburg van Arnhem had opgetreden, Willeke van Ammelrooy, zich bij ons. Gedrieën hebben we die avond erg veel lol gehad. Een foto van ons haalde de volgende ochtend de voorpagina van de Telegraaf. De eerste en tot nu toe laatste keer dat de 0n-Ganse dit voor elkaar kreeg. (wat wil je ook met zo’n Prins).
Ik ben nogal vaak te laat gekomen o.a. bij de Deken, na het concert dat seizoen en ik vergat of verloor nog wel eens een kledingstuk of zoiets. Een Brabander leeft op het moment, ziet niet om en gelooft best dat er nog een morgen is maar gaat die niet zoeken, die komt vanzelf wel”.
“Vanuit de Heidemij kreeg ik positieve reacties op mijn Prinsdom. Vóór het aanvaarden van mijn kandidatuur moest ik toestemming vragen aan de Raad van Bestuur. Onze Max Zonneveld, zelf een feestneus, vond het prima. Tot uit Paramaribo kreeg ik gelukwensen, van Jan Kok, die stuurde een ansichtkaart van een bukkende negerin met enorme blote borsten. Achterop stond de tekst: “Bij deze buiging sluiten alle boslandcreolen zich aan en onderwerpen zich.