Ted I: 1992

Ted Steemers

“Het was een genoeglijk jaar”

Hoe begin je een verhaal met hetgeen dat nog niet eerder aan het papier is toevertrouwd en dat ook nog als een hoogtepunt te boek staat uit je Prinsenjaar. Sowieso de ervaring als ex-Prins van de On-Ganse door het leven te gaan is iets wat je regelmatig, positief bedoeld, achtervolgt. Zo zijn er weleens van die momenten, dat je met wat illustere personen (niet uitsluitend Senaatslieden) aan de bar staat en het over een of andere Doorluchtigheid heeft en dan is het weleens mogelijk dat jouw jaar ook de revue passeert. Zo, al pratende, overdenk je wat momenten die wei degelijk tot je Prinsenjaar behoren, maar als zodanig niet zo leven. Dat er van alles in dat jaar gebeurd is, is wel na te lezen in het jaarboekje, maar wat er nog meer gebeurd is, zal ik graag aan het papier toevertrouwen, zodat u hier ook deelgenoot van wordt.

Nadat wij onze kielen te luchten hadden gehangen en iets bijgekomen waren van het carnavalsgedruis, zaten Anja en ik de zondag na het carnaval in de bus naar Basel. Temidden van vele oud-Basel-gangers en enkele nieuwen togen wij naar de Basler Fasnacht. Bij de Morgenstraich, ‘s maandagmorgens om 04:00 uur !!, begonnen de piccolofluiten te spelen, de trommels te trommelen en de lantaarns van de eliquen te stralen, sommige nog mooier dan het glas en lood in een kathedraal. Gaandeweg raakte je vertrouwd met de namen van de verschillende figuren die je steeds weer tegenkwam. Zo zag je het meest de Waggis: de Eizasser boer. Maar tijdens de optocht kwam je helemaal oren en ogen tekort. Alte Tantes, Dummpeters, Guggenbands en nog meer typische figuren zag je aan je voorbijtrekken en je had het idee dat alles dag en nacht doorging, wat eigenlijk ook het geval was. Eenmaal thuis, bleef heel roezig de piccolomuziek en het tromgeroffel met hun Landsknechtenschritt in je hoofd en loop zitten. Een onvergetelijke ervaring!!!!! Het bezoek aan Basel heeft een heel ander licht op het Carnaval laten schijnen en heeft op Anja en mij grote indruk gemaakt.

Een ander hoogtepunt uit mijn Prinsenjaar is eigenlijk wel de geboorte van Anouk en Niek. Met onze Grootvorst Henk had ik al een klein afspraakje gemaakt om in een petit comité mijn Prinsenonderscheiding aan Anouk en Niek te geven. Wat ik echter niet wist, was dat mijn schoonmoeder samen met Henk een ‘oplossing’ had gevonden om de kinderen mijn onderscheiding te geven. Op de openingsavond werd ik op een gegeven moment geconfronteerd met de intocht van de Hofdames Esther en Joyce, op zich niks vreemds mee, maar wel als ze je 6 á 7 weken oude kinderen bij zich hebben om onderscheiden te worden. Ik denk, dat zij de jongst onderscheidene binnen de vereniging zijn, maar om bij de Kindergarde te komen moeten ze netjes op hun beurt wachten.

Op het moment, dat Anouk en Niek geboren waren is er ook een tweede generatie carnavalistjes geboren in ons jonge gezinnetje. Tussen 1992 en heden telt ons gezinnetje 5 leden, Job is onze jongste met het bouwjaar 1996, 44 – 2 maanden na Anouk en Niek geboren.

Ex-Prins Ted 1

0
    0
    Overzicht Winkelmand
    Jouw mandje is leeg